Kigali Genocide
Memorial
Wie door Kigali rijdt, kan niet rond de genocide heen.
Overal hangen er grote banners met als boodschap “Kwibuka – Fighting the
genocide ideology”. Het is nu (nog maar) 22 jaar geleden en je merkt dat men er
mee bezig is. Toch is het een onderwerp dat we hebben vermeden, vooral omdat we
weten dat het heel gevoelig ligt. Iedereen kent hier wel iemand die gestorven
is, of dader was…
Gisteren namen ze ons mee naar het Kigali Genocide Memorial.
Dit is een soort museum en herdenkingsplaats gewijd aan de genocide. In het
museum wordt je als Belg al snel met de neus op de feiten gerukt. Hoewel Rwanda
geen kolonie was (Rwanda was eerst een Duitse kolonie en na WOI werd het een
protectoraat van de Verenigde Naties onder Belgisch bewind), heeft België het
land bestuurd als een kolonie en voor verdeeldheid gezorgd. Voor de koloniale
periode was er reeds een onderscheid tussen hutu’s, tutsi’s en twa’s, maar dit
onderscheid was ondergeschikt aan de clans en familieverwantschappen. Toen de
Belgen in de jaren ’30 van de vorige eeuw een paspoort invoerden, werd hierop
vermeld of men hutu, tutsi of twa was. De indeling gebeurde vrij willekeurig
(onder andere op basis van grootte en hoeveel stukken vee men bezat). De
tutsi’s werden gezien als een beter ‘ras’ en zij kregen meer rechten. Wanneer
de Belgen wegtrokken lieten ze een verdeeld land achter. De hutu-meerderheid
greep de macht en een deel van de tutsi’s werd verdreven.
Vanaf de jaren ’90 laaiden de spanningen hoog op. Via
kranten en radio werd er propaganda gemaakt tegen de kakkerlakken (zo werden
tutsi’s) genoemd. Op 6 april 1994 werd president Habyarimana vermoord. Nog een
dag later werden 10 Belgische para’s gedood en België trok zijn troepen terug.
Toen was het moorden evenwel al begonnen. Op 100 dagen tijd werden 800.000 tot
1.000.000 mensen vermoord. Veelal gebeurde het moorden met machetes of door de
mensen samen te drijven in kerken en deze dan in brand te steken.
Het museum vertelt dit verhaal op een heldere wijze. Na de
uitleg komt men in zalen met foto’s van slachtoffers, met kleren van
slachtoffers en een zaal met schedels en beenderen. Op de tweede verdieping krijg je uitleg over andere genocides (de holocaust, tegen de Armeniërs, de Rode Khmer in Cambodja, enz.).Om stil
van te worden…
10 Belgische para’s
Net na de middag brachten we bezoek aan een andere plaats
die belangrijk was in de recente Rwandese en Belgische geschiedenis. Op enkele
honderden meters van de school waar we verblijven ligt namelijk het gebouwtje
waarin op 7 april 1994 de 10 Belgische para’s werden vermoord. Het gebouw ziet er nog steeds zo uit al in 1994 en zit nog steeds vol met kogelgaten. Voor het gebouw
staan 10 Belgische stenen ter herdenking van de para’s. De stenen hebben
allemaal inkepingen. Eén inkeping per levensjaar van de betrokken soldaat. Ook
hier worden we stil van…
Een ode aan zuster
Marie-Michel
Om deze blogpost niet al te hard in mineur af te ronden, wil
ik snel nog een korte ode schrijven aan een erg inspirerend persoon: zuster
Marie-Michel. Momenteel zijn er nog 3 Belgische Bernardinnen in Rwanda. Eén
ervan is zuster Marie-Michel. Ze leeft en werkt in Kigali. Ze valt op door haar
kwieke tred en haar levenslust. Ze loopt lichtjes gebogen, maar ze is hard
gefocust en constant aan het werk (zie foto). Ze laat zich niet graag bedienen en helpt
overal waar ze kan. Toen ze vertelde dat ze 90 jaar is, viel ik bijna
achterover. Ik had haar zeker 30 jaar jonger geschat…
Ik zou uren kunnen luisteren naar haar verhalen. Twee
voorbeelden.
1.
Op een bepaalde moment was ze aan het vertellen
dat ze in 1958 naar Rwanda is gekomen (net voor de onafhankelijkheid). Toen de
genocide uitbrak, weigerde ze te vertrekken. Ze was één van de laatste Belgen
in Kigali. De Belgische ambassadeur heeft haar bijna manu militari weg moeten
laten halen. Pas als de Rwandese zusters haar vertelden dat zij een gevaar was
voor hun en dat de Rwandese zusters een gevaar betekenden voor haar, kon ze
overtuigd worden. Ze is heel even naar België gegaan om dan terug te keren naar
Afrika. Ze heeft toen ongeveer negen jaren verbleven in de vluchtelingenkampen in
Bukavu (Oost-Congo) tussen de vele Rwandezen in diaspora. Daarna is ze
teruggekeerd naar Kigali.
2.
Er kloppen af en toe jongeren aan bij de zusters
die nergens meer een kans krijgen. Zo kwam er op een bepaald moment een jongen
aankloppen die van school was gestuurd. Zijn mama (hij had geen andere familie
meer) was namelijk in de gevangenis terecht gekomen en dus had hij het
inschrijvingsgeld niet kunnen betalen. De zusters hebben toen besloten dat hij op
hun kosten terug naar school mocht, op voorwaarde dat hij goede punten zou
halen en elke keer zijn rapport zou komen tonen. Zo gezegd, zo gedaan. Bij het
eerste rapport was de jongen de tweede of derde beste van zijn school. Hij
haalde heel goede resultaten en hij kreeg een beurs voor de universiteit. Omdat
hij zoveel had gekregen van de zusters wou hij iets terug doen voor de mensen
en dus besloot hij geneeskunde te studeren. Ook op de universiteit was hij bij
de besten van zijn jaar en nu zit hij in één van de laatste jaren om een
bepaald soort chirurg te worden.
Morgen gaan we op uitstap met zuster Marie-Michel. We gaan
een andere Belgische zuster bezoeken die in de ‘brousse’ zit. Ik hoop dat we
onderweg nog wat verhalen mogen horen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten