zondag 8 mei 2016

Genocide Memorial, Belgische para's en een ode

Kigali Genocide Memorial

Wie door Kigali rijdt, kan niet rond de genocide heen. Overal hangen er grote banners met als boodschap “Kwibuka – Fighting the genocide ideology”. Het is nu (nog maar) 22 jaar geleden en je merkt dat men er mee bezig is. Toch is het een onderwerp dat we hebben vermeden, vooral omdat we weten dat het heel gevoelig ligt. Iedereen kent hier wel iemand die gestorven is, of dader was…

Gisteren namen ze ons mee naar het Kigali Genocide Memorial. Dit is een soort museum en herdenkingsplaats gewijd aan de genocide. In het museum wordt je als Belg al snel met de neus op de feiten gerukt. Hoewel Rwanda geen kolonie was (Rwanda was eerst een Duitse kolonie en na WOI werd het een protectoraat van de Verenigde Naties onder Belgisch bewind), heeft België het land bestuurd als een kolonie en voor verdeeldheid gezorgd. Voor de koloniale periode was er reeds een onderscheid tussen hutu’s, tutsi’s en twa’s, maar dit onderscheid was ondergeschikt aan de clans en familieverwantschappen. Toen de Belgen in de jaren ’30 van de vorige eeuw een paspoort invoerden, werd hierop vermeld of men hutu, tutsi of twa was. De indeling gebeurde vrij willekeurig (onder andere op basis van grootte en hoeveel stukken vee men bezat). De tutsi’s werden gezien als een beter ‘ras’ en zij kregen meer rechten. Wanneer de Belgen wegtrokken lieten ze een verdeeld land achter. De hutu-meerderheid greep de macht en een deel van de tutsi’s werd verdreven.

Vanaf de jaren ’90 laaiden de spanningen hoog op. Via kranten en radio werd er propaganda gemaakt tegen de kakkerlakken (zo werden tutsi’s) genoemd. Op 6 april 1994 werd president Habyarimana vermoord. Nog een dag later werden 10 Belgische para’s gedood en België trok zijn troepen terug. Toen was het moorden evenwel al begonnen. Op 100 dagen tijd werden 800.000 tot 1.000.000 mensen vermoord. Veelal gebeurde het moorden met machetes of door de mensen samen te drijven in kerken en deze dan in brand te steken.

Het museum vertelt dit verhaal op een heldere wijze. Na de uitleg komt men in zalen met foto’s van slachtoffers, met kleren van slachtoffers en een zaal met schedels en beenderen. Op de tweede verdieping krijg je uitleg over andere genocides (de holocaust, tegen de Armeniërs, de Rode Khmer in Cambodja, enz.).Om stil van te worden… 

10 Belgische para’s

Net na de middag brachten we bezoek aan een andere plaats die belangrijk was in de recente Rwandese en Belgische geschiedenis. Op enkele honderden meters van de school waar we verblijven ligt namelijk het gebouwtje waarin op 7 april 1994 de 10 Belgische para’s werden vermoord. Het gebouw ziet er nog steeds zo uit al in 1994 en zit nog steeds vol met kogelgaten. Voor het gebouw staan 10 Belgische stenen ter herdenking van de para’s. De stenen hebben allemaal inkepingen. Eén inkeping per levensjaar van de betrokken soldaat. Ook hier worden we stil van…



Een ode aan zuster Marie-Michel

Om deze blogpost niet al te hard in mineur af te ronden, wil ik snel nog een korte ode schrijven aan een erg inspirerend persoon: zuster Marie-Michel. Momenteel zijn er nog 3 Belgische Bernardinnen in Rwanda. Eén ervan is zuster Marie-Michel. Ze leeft en werkt in Kigali. Ze valt op door haar kwieke tred en haar levenslust. Ze loopt lichtjes gebogen, maar ze is hard gefocust en constant aan het werk (zie foto). Ze laat zich niet graag bedienen en helpt overal waar ze kan. Toen ze vertelde dat ze 90 jaar is, viel ik bijna achterover. Ik had haar zeker 30 jaar jonger geschat…

Ik zou uren kunnen luisteren naar haar verhalen. Twee voorbeelden.

1.       Op een bepaalde moment was ze aan het vertellen dat ze in 1958 naar Rwanda is gekomen (net voor de onafhankelijkheid). Toen de genocide uitbrak, weigerde ze te vertrekken. Ze was één van de laatste Belgen in Kigali. De Belgische ambassadeur heeft haar bijna manu militari weg moeten laten halen. Pas als de Rwandese zusters haar vertelden dat zij een gevaar was voor hun en dat de Rwandese zusters een gevaar betekenden voor haar, kon ze overtuigd worden. Ze is heel even naar België gegaan om dan terug te keren naar Afrika. Ze heeft toen ongeveer negen jaren verbleven in de vluchtelingenkampen in Bukavu (Oost-Congo) tussen de vele Rwandezen in diaspora. Daarna is ze teruggekeerd naar Kigali.

2.       Er kloppen af en toe jongeren aan bij de zusters die nergens meer een kans krijgen. Zo kwam er op een bepaald moment een jongen aankloppen die van school was gestuurd. Zijn mama (hij had geen andere familie meer) was namelijk in de gevangenis terecht gekomen en dus had hij het inschrijvingsgeld niet kunnen betalen. De zusters hebben toen besloten dat hij op hun kosten terug naar school mocht, op voorwaarde dat hij goede punten zou halen en elke keer zijn rapport zou komen tonen. Zo gezegd, zo gedaan. Bij het eerste rapport was de jongen de tweede of derde beste van zijn school. Hij haalde heel goede resultaten en hij kreeg een beurs voor de universiteit. Omdat hij zoveel had gekregen van de zusters wou hij iets terug doen voor de mensen en dus besloot hij geneeskunde te studeren. Ook op de universiteit was hij bij de besten van zijn jaar en nu zit hij in één van de laatste jaren om een bepaald soort chirurg te worden.

Morgen gaan we op uitstap met zuster Marie-Michel. We gaan een andere Belgische zuster bezoeken die in de ‘brousse’ zit. Ik hoop dat we onderweg nog wat verhalen mogen horen…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten